Als ik ’s morgens de trap afkom blijft Duc de hond roerloos liggen. Ik aai en tik hem op zn kop, maar er komt geen beweging. Ik denk dat hij dood is, maar zie dat hij nog wel ademt. Hij is bijna 13 jaar, het zat eraan te komen, dat wel, maar toch…
Ik bel mijn dierenarts-dochter. Ze vraagt mij hem met brokjes te lokken, maar dat helpt niet, ook niet wanneer ik de bak met brokken vlak naast zn kop neerzet. ‘Een Labrador die niet wil eten dat is het eindsignaal’, roept mijn schoonzoon, ook dierenarts, vanuit zijn keuken. Ik kom eraan, zegt dochter J. Anderhalf uur later arriveert ze, met haar enkele weken oude zoon en haar dokterstas vol spullen. Duc reageert op haar komst (het was haar hond) met het laten lopen van een enorme plas, maar niet meer dan dat. Dochter J pakt haar dokterstas en ik sta met mijn kleinzoon op de arm te kijken hoe zij haar spuiten vult met slaapmiddellen en euthanatica. Vijfendertig jaar geleden zat ik een week lang aan het sterfbed van mijn vader. De dierenarts-dochter was toen een baby die ik ’s avonds bij thuiskomst nog borstvoeding gaf. Ook toen ervoer ik de paradoxale overeenkomst tussen levensbegin en –einde. De spanning en de concentratie van vlak ervoor, de ontspanning en de rust van vlak erna. Levensbegin en levenseinde. Er gaat een infuusje in Ducs voorpoot en de medicatie loopt erin. Het ademen stopt, hij is voorgoed ingeslapen, in alle rust. We hebben hem in de tuin begraven. Dag lieve hond. Sinds een week ben ik weer in Zuid Frankrijk te vinden op de markten.
Het was even wennen en omschakelen naar een ander land, een andere taal, een ander dag- en weekritme. Ik woon riant dit jaar. Niet meer in de slaapzaal, waar ik weliswaar een eigen hoekje had met prachtig uitzicht op de Luberon, maar weinig privacy. Nu in La Grande Bastide, het huis waar ik ook een aantal jaren geleden samen met Antoinet een schilderreis heb georganiseerd. Ik heb een mooie ruime kamer, een keuken samen met andere gasten en een zwembad in de tuin. Het huis ligt in Buoux, het dorp waar we al jarenlang vakantie vieren. Op de meeste markten waar ik sta heb ik vorig jaar ook gestaan. Aix-en-Provence is altijd een topper en ook wel een kick om daar te staan, op de Cours Mirabeau. De markt in Sault, aan de voet van de Mont Ventoux is ook leuk, met veel fietstoeristen. Ik heb een mooie nieuwe collectie bij me, met sjaals van het merk Otracosa, in linnen, wol en katoen. In principe blijf ik hier tot eind september. Thijs heeft me gebracht, komt rond mn verjaardag en aan het eind van de rit. Liselot komt langs met man en kinders en verder bel en app ik met de kinderen in Nederland. Ik vind het heerlijk om hier te zijn. Ik ben weer op weg naar huis na drie en een halve week Zuid Frankrijk.
|
AuthorNelleke Schiphorst
|