Als ik ’s morgens de trap afkom blijft Duc de hond roerloos liggen. Ik aai en tik hem op zn kop, maar er komt geen beweging. Ik denk dat hij dood is, maar zie dat hij nog wel ademt. Hij is bijna 13 jaar, het zat eraan te komen, dat wel, maar toch…
Ik bel mijn dierenarts-dochter.
Ze vraagt mij hem met brokjes te lokken, maar dat helpt niet, ook niet wanneer ik de bak met brokken vlak naast zn kop neerzet. ‘Een Labrador die niet wil eten dat is het eindsignaal’, roept mijn schoonzoon, ook dierenarts, vanuit zijn keuken.
Ik kom eraan, zegt dochter J.
Anderhalf uur later arriveert ze, met haar enkele weken oude zoon en haar dokterstas vol spullen.
Duc reageert op haar komst (het was haar hond) met het laten lopen van een enorme plas, maar niet meer dan dat.
Dochter J pakt haar dokterstas en ik sta met mijn kleinzoon op de arm te kijken hoe zij haar spuiten vult met slaapmiddellen en euthanatica.
Vijfendertig jaar geleden zat ik een week lang aan het sterfbed van mijn vader. De dierenarts-dochter was toen een baby die ik ’s avonds bij thuiskomst nog borstvoeding gaf. Ook toen ervoer ik de paradoxale overeenkomst tussen levensbegin en –einde. De spanning en de concentratie van vlak ervoor, de ontspanning en de rust van vlak erna.
Levensbegin en levenseinde.
Er gaat een infuusje in Ducs voorpoot en de medicatie loopt erin. Het ademen stopt, hij is voorgoed ingeslapen, in alle rust. We hebben hem in de tuin begraven.
Dag lieve hond.
Ik bel mijn dierenarts-dochter.
Ze vraagt mij hem met brokjes te lokken, maar dat helpt niet, ook niet wanneer ik de bak met brokken vlak naast zn kop neerzet. ‘Een Labrador die niet wil eten dat is het eindsignaal’, roept mijn schoonzoon, ook dierenarts, vanuit zijn keuken.
Ik kom eraan, zegt dochter J.
Anderhalf uur later arriveert ze, met haar enkele weken oude zoon en haar dokterstas vol spullen.
Duc reageert op haar komst (het was haar hond) met het laten lopen van een enorme plas, maar niet meer dan dat.
Dochter J pakt haar dokterstas en ik sta met mijn kleinzoon op de arm te kijken hoe zij haar spuiten vult met slaapmiddellen en euthanatica.
Vijfendertig jaar geleden zat ik een week lang aan het sterfbed van mijn vader. De dierenarts-dochter was toen een baby die ik ’s avonds bij thuiskomst nog borstvoeding gaf. Ook toen ervoer ik de paradoxale overeenkomst tussen levensbegin en –einde. De spanning en de concentratie van vlak ervoor, de ontspanning en de rust van vlak erna.
Levensbegin en levenseinde.
Er gaat een infuusje in Ducs voorpoot en de medicatie loopt erin. Het ademen stopt, hij is voorgoed ingeslapen, in alle rust. We hebben hem in de tuin begraven.
Dag lieve hond.