vagantes
  • Vagantes
  • MARKTEN
  • De Webkraam
  • Reizen
  • Lezingen
  • Dante
  • Wie ben ik
  • Foto's
  • Het jaar rond
  • Blog
  • Contact
  • Links

Nima Pournaghshband

24/11/2024

0 Comments

 


Vroeger…
Met dat ik het woord opschrijf realiseer ik me hoe vaak ik het tegenwoordig gebruik..
Steeds meer vroeger in mijn 76-jarige leven, steeds meer herinneringen.
Goed, vroeger dus…
… was ik regelmatig gebiologeerd door een bepaald muziekstuk,
Ik heb het geluk opgegroeid te zijn in de jaren 60, dus Beatles, Stones, Kinks en -favoriet in die jaren- Zombies. (She’s not there!) Ik kon dan vaak wekenlang zo’n plaat draaien, vele malen per dag, kreeg er geen genoeg van. Ik was als verliefd op die plaat, op die muziek, op die tekst. Later overkwam me het nig weleens, zij het minder frequent. Bach en Schumann en natuurlijk (zie een eerder blog van mij) Louis van Dijk. Heel soms overkomt het mij nu nog weleens, zij het niet meer zo vaak als vroeger.
Sinds een paar weken is het weer zo ver. Ik bezag en beluisterde een aantal uitzendingen van het programma ARIA, waarin jonge veelbelovende musici, onder toeziend oog van een ervaren jury, zich laten horen. Elke keer valt er een af en uiteindelijk komt daar dan een winnaar uit tevoorschijn.
In een van die programma’s stond daar de jonge counter tenor Nima Pournaghshband.
Geboren en getogen in Iran, opgegroeid in een muzikaal gezin. Hij gaat architectuur studeren en pas in die tijd wordt hij gegrepen door de klassieke muziek, begint met zingen en besluit om zich daarin -naast zijn studie- verder te gaan ontwikkelen. Hij maakt zijn studie wel af, maar kiest er uiteindelijk voor om zich volledig aan de muziek te wijden. Hij verhuist naar Nederland en gaat studeren aan het Conservatorium van Maastricht, waar hij ook gaat wonen.
Dit ter inleiding, nu terug naar het programma ARIA.
In een van de uitzendingen zong deze Nima Pourmaghshband de aria Ombra Mai Fu, uit de opera Xerxes van Händel. Kippenvel. Wat een prachtige stem en wat een mooie uitvoering.
Voor mij was hij de absolute winnaar, wat hij overigens niet werd.
Maakt niet uit. Ik vond de uitvoering op internet en draai hem meerdere malen per dag.

0 Comments

Herfstdag

24/9/2024

0 Comments

 
Een mooie nazomerdag. De voorspellingen zijn anders, maar hier schijnt de zon aan een wolkenloze lucht. In mij komt een gedicht van Rilke op, Rainer Maria Rilke.
Ik publiceer het hierbij met een mooie vertaling van Peter Verstegen.


Herbsttag

Herr: es ist Zeit. Der Sommer war sehr groß. 
Leg deinen Schatten auf die Sonnenuhren, 
und auf den Fluren laß die Winde los. 

Befiehl den letzten Früchten voll zu sein; 
gib' ihnen noch zwei südlichere Tage, 
dränge sie zur Vollendung hin und jage 
die letzte Süße in den schweren Wein. 

Wer jetzt kein Haus hat, baut sich keines mehr. 
Wer jetzt allein ist, wird es lange bleiben, 
wird wachen, lesen, lange Briefe schreiben 
und wird in den Alleen hin und her 
unruhig wandern, wenn die Blätter treiben.



Herfstdag

Heer, het is tijd. Het was een grootse zomer.
Leg nu uw schaduw op de zonnewijzers
en laat de wind over de velden komen.  

Gebied de vruchten vol te zijn,
verleen hun nog twee zuidelijker dagen,
stuw ze naar de voldragenheid en jaag
de laatste zoetheid in de zware wijn.

Wie nu geen huis heeft, bouwt het ook niet meer,
wie nu alleen is, zal het nog lang blijven,
zal waken, lezen, lange brieven schrijven
en rusteloos de lanen op en neer
gaan als de wind de blaren voort zal drijven.

0 Comments

TOM LEHRER

21/1/2024

0 Comments

 

wie kent dat ook?...
…dat er bij alles wat je doet een liedje in je hoofd opkomt?
Ik heb dat.
Vanmorgen zette ik het raam van de slaapkamer open.
Het is –voor de verandering- prachtig helder winterweer, een onbewolkte lucht en matige vorst. Dan plopt als in een flipperkast in mijn hoofd omhoog:
‘In winter, the bedroom is one large ice-cube
and she squeezes the toothpaste from the middle of the tube…
 
Het is een regel uit een liedje van Tom Lehrer, een Amerikaanse professor aan Harvard University, die ook een carrière als cabarettier had in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw. De regels komen uit ‘She’s my girl’.
In zijn introductie op de LP ‘an evening wasted with Tom Lehrer” leidt hij dit liedje in met de woorden: ‘and now a love-song’ en voegt toe dat het typerende voor dat genre is dat “hoewel de man die wordt bemind is “alcoholic, anti-social, physically repulsive or just plain unsanitary, nevertheless he is hers and she is his and like that..”
En dan volgt een opsomming van haar gewoontes:
her hairs in the sink, have driven me to drink,
she makes coffee that tastes like sham-POO
maar –nevertheless- hij houdt van haar..
 
Over Tom Lehrer gesproken..
In de jaren 60 kende ik veel van zijn liedjes uit mijn hoofd.
Over het Kerstfeest dat, -with its spirit of giving- ons allemaal de gelegenheid geeft om ons te bezinnen op dat waar we allemaal ten diepste in geloven, “I refer of course to MONEY” en dan volgt het lied met teksten als ‘even though the prospect sickens, brother here we go again..”
 
Of the Vatican Rag: “Ave Maria, gee it’s good to see ye”
 
En een lied naar aanleiding van een biografie van Alma Mahler:
“a woman who managed to acquire in her lifetime as lovers practically all of the top-creating men in Central Europe..”
 
Tom Lehrer… wie kent hem nog?
Heel soms ontmoet ik nog weleens zo iemand, maar sporadisch.
Gelukkig is daar altijd nog mijn vroegste jeugdvriendin  die ik ten allen tijde kan bellen en die moeiteloos aanvult waar ik haper.

0 Comments

Aha!

24/7/2023

0 Comments

 
Picture

Twee jaar geleden bezochten wij in het Zuid Franse Arles de Alyscamps, een necropolis oftewel een 'dodenstad', een begraafplaats uit de Romeinse tijd, waar honderden sarcophagen te zien zijn.
Dante schrijft erover in zijn Divina Commedia.

Onderweg in de auto hoorde ik gisteren op de radio in het nieuws dat er onlangs in de GAZA strook een groot aantal sarcophagen is gevonden uit de Romeinse tijd en ik vroeg me af waar het woord sarcophaag eigenlijk vandaan komt. Leve Google.
Het woord komt van het Griekse 'sarx' dat vlees betekent en phagoon, dat eten betekent: een sarcophaag is letterlijk een vlees-etend object.

In de oudheid werden mensen begraven in stenen kisten.
Meestal was dat kalksteen, dat poreus is.
Men geloofde dat doordat er lucht in de kist kon komen, het ontbindingsproces sneller ging en dat de kist het dode lichaam als het ware opvrat: een sarcophaag is dus -net als het uit het Latijn afkomstige woord carnivoor- letterlijk een vlees-eter!

Niet onbelangrijk detail is dat de sarcophagen die onlangs gevonden zijn niet van steen, maar van lood zijn en dus niet poreus. Geen sarcophagen dus...


0 Comments

Paul van Vliet

1/5/2023

0 Comments

 

Op 25 april jl. overleed Paul van Vliet.
Geboren en getogen Hagenaar, bekend en geliefd cabaretier en bovenal aardig mens.
Het bericht van zijn dood kwam onverwachts, ondanks zijn hoge leeftijd. Ik hoorde het toen ik in de auto zat en luisterde naar het programma ' Spraakmakers' op Radio 1.
In het nieuws van 10 uur werd er nog niets over gezegd, een half uur later opende de nieuwslezer ermee. Toen Spraakmakers na het nieuws weer door ging, gaf presentatrice Ghislaine Plag aan dat iedereen daar aan tafel toch wel aangeslagen was door het bericht. Er volgde een rondje herinneringen aan Paul van Vliet, waarna de draad van het programma weer werd opgepakt.
Ook ik was geschrokken en geroerd.
Ik groeide op in het Den Haag van de jaren zestig, de tijd waarin Paul van Vliet begon met zijn 'Theatertje'  PePijn in de Nieuwe Schoolstraat. Ik herinner mij nog levendig het bericht van de brand van het Theater voor Kunsten & Wetenschappen, vlakbij het toenmalige Staatsspoor in Den Haag. Op 18 december 1964 om precies te zijn, ik lag toen in het ziekenhuis na een blindedarmoperatie. Op diezelfde dag werd Theater PePijn geopend en sprak burgemeester Kolfschoten, die zich ijlings van de brand naar het nieuwe theatertje had verplaatst, de legendarische woorden:
'le roi est mort, vive le petit prince!'
Ik ben er vaak geweest, in dat kleine theatertje, heb er de eerste programma's gezien, met Liselore Gerritsen, Ferd Hugas en pianist Rob van Kreeveld.
Ook latere programma's heb ik gezien, waaronder de one-man-shows in het Scheveningse Kurhaus, met Bram van de Commune en Majoor Kees.
Paul van Vliet bezocht het Haagse Christelijk Gymnasium, dat in zijn tijd nog aan de Groot Hertoginnelaan lag. Nauwkeurig beschrijft hij in een van zijn liedjes de route die hij naar school liep: 'door de Javastraat, Laan van Meerdervoort en rechtsaf waar dat stoplicht staat.' Daar stond die school toen en 'daar staan nu twee gebouwen van een oliemaatschappij', klopt allemaal als een bus, ik volg hem op de voet.
Ik zat op het Eerste VCL toentertijd, ook een oer-Haagse school.
Koning Willem Alexander en zijn broers bezochten die school in de jaren tachtig, voor zijn dochters koos hij het Christelijk Gymnasium van Paul van Vliet, dat nu in de buurt van het Catshuis ligt.
Veel herinneringen aan Den Haag, veel herinneringen aan Paul van Vliet, onverbrekelijk verbonden met die stad.
Half februari van dit jaar stond ik zoals gebruikelijk op het kleine marktje op het Willem Royaardsplein in Den Haag, vanwege de vele bejaarden met rollators die in die buurt wonen ook wel 'Place des Invalides' genoemd. Ik sta er maandelijks vóór Albert Heijn en daar stond op die dag onmiskenbaar Paul van Vliet. Ik was zo vrij om hem aan te spreken en hij reageerde vriendelijk en niet afwerend. Op mijn vraag hoe het met hem ging antwoordde hij 'goed!' en vertelde hoe hij af en toe nog interviews gaf op verschillende locaties, onder andere in Theater Dilligentia, begin maart. Het bleek een besloten voorstelling te zijn, anders had ik zeker zijn advies opgevolgd en was erheen gegaan. Ik stuurde hem later die week een briefje om nog wat herinneringen op te halen en hem te bedanken voor het ontspannen en open gesprekje. Een paar dagen later ontving ik een handbeschreven kaart met de volgende tekst:
lieve Nelleke,
dank voor je leuke en hartelijke brief.
Zo hebben we samen toch ook een stukje gedeeld verleden.
Moge bijgaande tekst je inspireren tot mooie dingen.
Veel goeds bij al je bezigheden.
We zien elkaar nog wel bij Albert Hein.
Lieve groet,
Paul van Vliet


Op de keerzijde van de kaart de tekst van zijn lied
"ik drink op de mensen
die bergen verzetten
die door blijven gaan met hun kop in de wind.
Ik drink op de mensen
die met vallen en opstaan
blijven geloven
met het geloof van een kind

(...)

Ik drink op het béste
van vandaag en van morgen
ik drink op het mooiste waar ik van hou
ik drink op het maximum
wat er nog in zit
in vandaag en in morgen
in mij en in jou!

Aan het laatste couplet voegt Paul van Vliet met de hand geschreven mijn naam toe.
Een kostbaar geschenk.
Hij zal voor altijd herinnerd worden of, zoals ik het eens iemand hoorde verwoorden:
'so easy to remember, so hard to forget!'


Picture
0 Comments

een moderne kerstvertelling

10/1/2023

0 Comments

 

Pjotr en Anna woonden in Oekraïne, in Kiev.
Samen met de kleine Fodor, hun zoontje.
Het was oorlog in Oekraïne.
Oorlog met het grote buurland Rusland.
Pjotr en Anna hadden gezien hoe hun land met grote kracht en snelheid verwoest werd.
Er was geweld, er was onzekerheid en er was angst.
Angst voor de toekomst.
Hun ouders waren overleden.
Het was droevig dat ze er niet meer waren, maar Pjotr en Anna waren blij dat zij die vreselijke oorlog niet hoefden mee te maken.
Ze hadden verder geen familie. Ze hadden alleen elkaar en de kleine Fodor, een vrolijk jongetje van twee jaar, dat hen soms de oren van het hoofd kon kletsen.
Pjotr was leraar Engels op een school in een naburig dorpje.
Anna was fysiotherpeute, zij had haar praktijk aan huis.
Als ze beiden werkten was er de oppas Katharina.
Fodor was dol op haar.
 
Het was oorlog in Oekraïne..
Af en toe moesten ze schuilen als er weer een bomaanslag dreigde.
Om hen heen zagen ze hun stad langzaam veranderen in een puinhoop.
Anna & Pjotr zaten vaak wanhopig tegenover elkaar aan de eettafel, ’s avonds als de kleine Fodor sliep.
‘Hoe moet  het nu verder met ons, wat voor toekomst hebben we hier in dit land, hoe gaat dit aflopen..?'
Dat waren de vragen waarmee ze voortdurend rondliepen en die ze elkaar telkens weer stelden.
Hoe moet het verder?
 
Anna was de eerste die durfde te zeggen wat ze allebei allang dachten:
‘moeten we niet vluchten..?'...  Vluchten uit dit oorlogsgebied, uit Kiev, de stad waar ze alle drie geboren waren, de stad die straks geen stad meer was omdat er alleen nog maar puinhopen van over waren..
Goede vrienden van Anna & Pjotr waren al eerder gevlucht.
Ze hadden een lange en moeizame reis gehad, maar waren veilig aangekomen in een ver land dat Nederland heette.
In de brief die een paar dagen geleden aangekomen was, schreven ze dat het hen –naar omstandigheden- goed ging. Na een aantal weken in een opvangcentrum was er nu voor hen een klein appartementje vrij gekomen waarin ze –zo goed en zo kwaad als het kon- leefden met hun gezin. De drie kinderen gingen zelfs naar een speciale schoolklas en leerden al aardig de Nederlandse taal. Het was moeilijk en ze misten hun vrienden en familie, maar -en dat was het belangrijkste- ze waren veilig en er was geen oorlog, er was vrede.
 
‘Wat als wij ook hier weg gaan?...’
Pjotr en Anna keken elkaar diep in de ogen maar eigenlijk wisten ze het al…
Ze zouden, nee, ze moesten hier weg.
Ze waren sterk en gezond, ze kónden nog weg.
Maar Anna was weer in verwachting en over een tijdje zou er een kleine baby geboren worden en werd hun gezin uitgebreid.
 
“Hoe moet dat dan met jou?... “
Pjotr keek bezorgd naar zijn vrouw, bij wie de zwangerschap al duidelijk zichtbaar was.
'Kan je zo’n reis wel maken nu, met die dikke buik en hoe moet het met Fodor?'
“We gaan!” zei Anna vastberaden.
'We hebben elkaar, we steunen elkaar.
We kijken vooruit en niet om, dat is de beste manier.
We gaan het doen, we gaan het redden!'
 
En ze vertrokken uit Kiev.
Ze namen de hoog nodige spullen mee.
Wat eten voor onderweg, warme kleren, want het werd winter.
Stevige schoenen, en een bundeltje kleertjes voor de kleine baby die nu nog veilig in Anna’s buik zat.
Ze namen afscheid van hun buren met wie ze al zolang bevriend waren en ze beloofden elkaar te zullen schrijven of bellen zolang dat mogelijk was.
En ze gingen op weg.
Met de trein reden ze van Kiev naar Warschau, van Warschau naar Berliijn en van Berlijn via Hannover naar de Nederlandse grens.
De trein bracht hen naar Amsterdam en daar werden ze door een groep vriendelijke mensen opgevangen. Er waren meer vluchtelingen op het station in Amsterdam. De mensen om hen heen keken hen aan, sommigen meewarig, anderen oprecht geïnteresseerd. Weer anderen waren gehaast en liepen snel door naar hun bestemming.
Vermoeid en ontheemd stonden ze op het drukke station.
Pjotr sprak in het Engels met een van de mensen die hen de weg zou wijzen naar een opvangadres.
 ‘Er is een centrum in Ter Apel’ werd hem verteld, ‘daar zijn al veel landgenoten van jullie heen gegaan. Het is er druk en er wordt zelfs gezegd dat er mensen buiten moeten slapen, in de open lucht…’
De schrik sloeg hen om het hart.
Dat kon toch niet, buiten slapen… Pjotr wilde het nog wel doen als het niet anders kon, maar hoe moest dat met Anna en het kindje dat straks geboren zou worden en met de kleine Fodor..?
Ze kwamen aan in Groningen en er stonden bussen om de vluchtelingen te vervoeren naar Ter Apel.
Ook Pjotr en Anna en Fodor stapten in de bus.
Moe waren ze, doodmoe en ze hadden hun bestemming nog niet bereikt.
Toen ze bij het opvangcentrum waren aangekomen bleek al gauw dat er geen plek meer was om binnen te slapen. Buiten op het veld waren zeilen op de grond gelegd en er werden dekens uitgedeeld en kussens. Er was voor iedereen maar een klein plekje, het was eigenlijk een grote slaapzaal maar dan in de open lucht. Er was ook een zeil gespannen over alles heen, zodat ze in elk geval min of meer droog zouden blijven als het ging regenen. Maar het was koud, o zo koud…
 
Anna kreeg tranen in haar ogen.
Dit kan toch niet Pjotr… ze keek wanhopig naar hem op.
Fodor begon te huilen.
Ook hij was moe en hij had honger.
Anna drukte hem tegen haar bolle buik en legde haar armen beschermend om hem heen. Kom maar kereltje, het komt goed, heus het komt goed…
Ze suste hem tot hij weer stil werd.
 
Op een kleine afstand stond al een tijdje een jonge, blonde vrouw naar hen te kijken. Ze was een van de vrijwilligers die in het opvangcentrum werkte. Ze heette Marie-Anne en ze woonde even buiten Ter Apel. Haar man had een boerenbedrijf. Ze verbouwden biologische groenten en ze hadden een aantal melkkoeien die vrijuit graasden in de omliggende weilanden. Marie-Anne en Gjalt hadden vijf kinderen.
Vastberaden stapte Marie-Anne af op het ontredderde kleine gezin.
Willen jullie met mij mee naar huis?
We hebben nog wel een plekje voor jullie.
Jullie kunnen hier echt niet buiten blijven vannacht.
Kom maar met mij mee, dan vinden we er wel wat op.
Marie-Anne pakte de twee rugzakken en de overige tassen met spullen en liep voor hen uit naar haar auto. Pjotr nam de kleine Fodor van Anna over  en sloeg zijn arm om Anna heen. “Kom, we gaan, dit is het laatste stukje van de reis’ zei hij in het Oekraïens:
davay, tse ostannya chastyna podorozhi.'

Ze reden het dorp uit en na iets meer dan een kwartiertje stopten ze bij een mooie oude boerderij. Het eerste wat Anna zag en hoorde waren spelende kinderen in de tuin. Er was een schommel en een zandbak en een van de kinderen leek ongeveer net zo oud te zijn als Fodor.
Die was inmiddels in slaap gevallen in de auto bij Anna op schoot.
Pjotr tilde hem eruit. Hij werd wakker, keek slaperig om zich heen en verborg z'n gezichtje al gauw tegen zijn vaders borst.
Er kwam een man uit het huis die hen vriendelijk toeknikte.
‘Mijn vrouw heeft me al gebeld’ zei hij, ‘natuurlijk zijn jullie welkom.
Trouwens, het zou weinig zin hebben gehad om tegen te spreken, als Marie-Anne iets wil…. knappe jongen die het dan nog uit haar hoofd praat. Loop maar mee naar de stal.’
‘De stal..???’… Pjotr en Anna keken elkaar verschrikt aan, werden ze in een stal ondergebracht? Gjalt grinnikte, ‘wacht maar af…’ zei hij en knipoogde naar Pjotr, je zult het wel zien.
In een hoek van het terrein stond een grote stal. Nieuw gebouwd van mooi blank hout en met een stevig dak erop. Ze gingen naar binnen. Het was er warm en op de grond lag stro en hooi.
Helemaal achterin de stal was een deur en daarachter was een kleine kamer gemaakt. Er stond een groot bed en er stond een kinderbedje. Er was een tafel met een paar stoelen en een hoekje waar je water kon koken en iets te eten maken. Er brandde een houtkacheltje. Het was klein en eenvoudig, maar het was er warm en groot genoeg voor het kleine gezin van Pjotr en Anna.
Anna liet zich zakken op het bed en toen voelde ze pas echt hoe moe ze was. Pjotr was verlegen en wist niet wat hij moest doen of zeggen.
Boer Gjalt gaf hem een vriendelijk klapje op z’n schouder,  ‘now take your rest!’ zei hij (‘rust nu eerst maar eens uit’). Er staat wat te eten voor jullie klaar en je kunt ook thee zetten. Als je iets nodig hebt dan zijn wij in het huis hiernaast, je kunt altijd aankloppen.
 
Het werd avond.
Anna en Fodor sliepen maar Pjotr lag wakker en staarde in het donker.
Voorzichtig – om vrouw & kind niet wakker te maken- stond hij op. Hij deed z’n jas aan en liep naar buiten. Sloot zachtjes de deur achter zich.
Daar stond hij in de donkere nacht, onder een heldere sterrenhemel.
Het was koud, het zou wel vriezen dacht Pjotr.
Hij ademde de frisse, heldere lucht in, tot diep in z'n longen.
Toen keek hij omhoog.
Recht boven de stal, de plek waar Anna en Fodor lagen te slapen, stond een heldere ster. Een ster, zo groot en zo helder als Pjotr nog nooit gezien had. Pjotrs mond zakte open. Hij wist niet wat hij zag. Was dit echt? Droomde hij??? Hij keek voor zich uit en toen weer omhoog. De ster bleef stralen, recht boven de stal,.
Pjotr keek om zich heen en toen zag hij, op een tiental meters afstand, nog iemand staan. Het was Gjalt. Ook hij keek omhoog en toen hij Pjotr zag staan wees hij naar de ster.
 
Die nacht werd in de kleine kamer achter in de stal, in het ommeland van Ter Apel, een klein meisje geboren. Ze gaven haar de naam Dzhozi, dat is Oekraiens voor Josje. ‘God voorziet en maakt beter’ betekent die naam in alle talen. De ster verbleekte toen de ochtend aanbrak maar in de kleine kamer was licht en hoop.

 
 

0 Comments

Kerstverhaal

10/1/2023

0 Comments

 

Dit jaar vierden wij het kerstfeest weer bij ons thuis. Dat is een aantal jaren niet mogelijk geweest omdat we te weinig plek hadden voor ons groeiend aantal kleinkinderen, maar dit jaar lukte het wel. Van de 23 personen waaruit onze familie inmiddels bestaat (4 dochters, 4 schoonzonen, 13 kleinkinderen en wij) waren er 5 in Frankrijk en 3 ziek, we waren met 15, altijd nog een aanzienlijk aantal. Thijs komt uit een groot gezin, maar ik ben enig kind, dus dat is wel even andere koek.
We hebben gewandeld 's middags (in de regen...) en we hadden gezamenlijk een heerlijk diner verzorgd. Tafel mooi gedekt, veel lichtjes en iedereen in kerststemming. Voor de gelegenheid had ik een kerstverhaal geschreven, dat ik heb voorgelezen. Ik publiceer het hier in deze blog. We eindigden de avond, nog een traditie uit Thijs' familie, met het zingen van een lied, waarbij iedereen de gelegenheid krijgt om zijn of haar kaarsje uit te blazen:

Wat is 't toch heerlijk bij 't kribbeke fijn
Je zou altijd hier willen zijn
Maar 't klokje tikt immer geregeld maar voort
'k Denk niet dat 't aan mop'ren of pruilen zich stoort
Tik tak, tik tik, tik tik
Al lang zeven uur, wat een schrik

't Is kinderenbedtijd zegt vader, vooruit
De kaarsjes die moeten nu uit

    Wie heeft er de beurt om te blazen vandaag
    Dat is onze ....  en die doet 't zo graag
    Ft ft, ft ft, ft ft uit
    Daar blaast ze/hij het kaarsje al uit

En nu zoet naar bed hoor, zegt moeder heel zacht
Zeg 't kindje nog even goe-nacht
Nacht Jezus wij moeten ook slapen nu gaan
Maar morgen steekt moeder de kaarsjes weer aan
St st, st st, st zacht
Wel te rusten lief kindje goe-nacht

En alle kinderen doen mee, zonder morren, ook de pubers!
Het was een mooi Kerstfeest. Thijs en ik zijn de dag erop vertrokken naar Frankrijk waar onze jongste dochter + gezin dus al waren.
Gisteren zijn we teruggekomen na een heerlijke twee weken.
Gelukkig Nieuwjaar wens ik een ieder en hier volgt het Kerstverhaal.

0 Comments

thalassa thalassa...

6/10/2021

0 Comments

 

Ooit wandelde ik met een vriendin in Engeland, in Wales om precies te zijn. Omdat het pad tamelijk smal was liepen we achter elkaar door een veld vol hoog opgroeiende varens. In mijn hoofd vormde zich het woord ‘bracken’. Bracken?? ‘Wat is bracken?’ vroeg ik aan mijn reisgenote die voor mij liep en “varen” antwoordde ze over haar schouder. Terwijl ik daar dus liep temidden van de varens, kwam het Engelse woord voor ‘varen’ zomaar ineens in mij op. Ik moet het ooit gehoord hebben, maar ik was me daarvan totaal niet bewust.  Ik vind het altijd nog een raadselachtige ervaring en het staat me nog helder voor de geest, ook al is het zeker al zo’n twintig jaar geleden dat het me overkwam.
Vandaag moest ik eraan denken toen er iets soortgelijks gebeurde.
Gisteren zijn we aangekomen in Zuid Frankrijk aan de kust en toen ik vanmorgen de gordijnen opendeed zag ik de Middellandse Zee. En weer zei ik woorden waarvan ik niet wist dat ik ze kende: ‘thalassa, thalassa’… ‘de zee, de zee’.
Ik heb geen klassieke opleiding genoten, nooit Grieks gehad.
Wel Homerus gelezen, in het Nederlands, maar –ik heb het inmiddels opgezocht- deze uitspraak komt van Xenophon, die het moment beschrijft dat hij met zijn Griekse troepen, na maanden door het binnenland te hebben gezworven, de zee bereikt en de soldaten juichen van blijdschap:
‘thalassa, thalassa’!
Onbegrijpelijk hoe het onbewuste werkt.
Ooit moet ik het gehoord hebben, ooit moet iemand het me verteld hebben.
Wanneer? … Waar?.... ik zou het niet weten.
En waarom zijn het juist die woorden en ben ik bijvoorbeeld niet ‘La Mer’ van Charles Trenet gaan zingen, dat ken ik wel of Toon Hermans’ ‘Mediterrannee, zo blauw, zo blauw…’bij het zien van die zee?
Ik weet het niet, maar het klinkt wel mooi en ik herhaal het regelmatig omdat het steeds weer in me opkomt: thalassa, thalassa!

Foto
0 Comments

Witte wereld

15/2/2021

1 Comment

 
Foto
't Is vandaag de witte wereld
Straat en veld en boom en dak
Alles heeft zich weggedoken
In een witte winterpak
Ik alleen loop blauw en bont
Van de koude hier in 't rond
Langs de wit besneeuwde grond
Langs de wit besneeuwde grond

 
… zongen we op de Lagere School, anno jaren vijftig…
Ik moet er altijd weer aan denken als het gesneeuwd heeft zoals nu.
Momenteel verblijf ik op Ameland en ook hier heeft de witte wereld zich uitgestrekt, over straat en veld en boom en dak. In mijn beleving sneeuwt het de afgelopen jaren minder dan in mijn jonge jaren en worden sleeën en schaatsen dus ook minder vaak uit de kast of van zolder gehaald dan toen. Maar de sneeuw- en ijspret was wel compleet de afgelopen week, ook op Ameland. Menig arrenslee heb ik voorbij zien glijden deze dagen. Ik heb skiërs gezien in de duinen, langlaufers op het strand en vooral veel sleetjes, vaak in een lange sliert achter een auto of tractor. Met een blauwe lucht boven die witte wereld zag alles er sprookjesachtig uit en het bracht me terug naar die ene keer dat ik op een ander Waddeneiland was. Ik logeerde op Vlieland, bij Bake de vogelwachter en zijn vrouw Hanneke, die in een klein huisje woonden in het bos bij de oude eendenkooi. Bake was aan het schaatsen in Friesland en kon niet terug naar het eiland omdat de veerboot uit de vaart was genomen als gevolg van de weersomstandigheden. En ik kon -om dezelfde reden- niet van het eiland af. Voorwaar geen straf, eerder iets waar je stiekem op hoopt dat het ooit eens zal gebeuren.
Ik bleef twee extra nachten op Vlieland logeren en liep in de vroege ochtenden door een winter-wonderland. Het bos achter het huis was met een dikke laag sneeuw bedekt, de takken van de bomen bogen diep onder hun zware last. Kraakhelder was het en de sneeuw kraakte onder mijn voeten, de lucht was helderder dan ooit. Een onvergetelijk beeld. Net zo onvergetelijk als de ervaring toen ik later op de dag langs de kustweg liep. Het wad lag bevroren onder een dikke laag ijs. Ik was de enige die daar liep en ik hoorde steeds een zacht getik. Wist niet wat het was, maar ineens zag ik het. Het zeewater brak door de ijskorst heen waardoor er kleine fonteintjes van water ontstonden: de vloed kwam op!
Als vanzelf kwamen de afgelopen week ook de beelden bij mij omhoog van de tijd dat ik in Oostenrijk werkte. ’s Avonds liep ik, na gedane arbeid, terug naar het huis waar ik toen woonde, in Kitzbühel, onder de meest heldere sterrenhemel die ik ooit gezien heb, over een besneeuwd pad, de berg op.
Stiller dan stil was het, met alleen die krakende, knisperende, heldere lucht.
Allemaal onvergetelijke beelden en ervaringen die ik met me meedraag.
De sneeuw van de afgelopen week heeft ze weer tot leven geroepen.
Ik krijg filmpjes van mijn kinderen en hun kinderen, joelend op hun sleetjes de heuvel af, klossend op hun eerste schaatsjes, verwonderd zittend in die witte wereld, op de wit besneeuwde grond!

1 Comment

SINT NICOLAAS

9/12/2020

0 Comments

 

Wie iets van Sint Nicolaas wil leren
moet zijn geschiedenis multi-interpreteren.
hem benaderen van alle kanten,
over hem lezen in boeken en kranten.
Zo komt men tot een veelzijdig beeld
van hem, die ons zo rijk bedeelt.
Een Turk was hij, in Patara geboren,
weet wel, dat land behoorde toen aan de Moren.
't Was Spaans gebied dus en dan kan je
misschien begrijpen waarom Spanje
de plek is waar, zo wordt ons meegedeeld,
Nicolaas' leven zich heeft afgespeeld.
Gestorven is hij ook in die buurt,
alleen heeft dat wel even geduurd.
72 Jaar duurde zijn leven,
in die tijd heeft hij veel gegeven.
In Myra ging hij in de aard'
maar hij werd niet lang bewaard;
zijn lichaam werd weer opgegraven
en nog later weer door enkele brave
lieden, zonder al te veel geweld
in Bari opnieuw ter aarde besteld.
Zo staat het geschreven in de boeken,
je kunt zijn graf nog steeds bezoeken.

Sint Nicolaas is van grote faam:
er staan heel wat wonderen op zijn naam:
een aantal zeelui, op een boot,
bij zware storm in grote nood,
riep hem aan om hen te bewaren
en ziet, Nicolaas bracht de storm tot bedaren.
Ze werden gered, hun lof was groot,
ze vereerden Nicolaas en na zijn dood
werd hij beschermer van allen op zee
en dat bracht nog wat anders met zich mee:
veel kerken aan het water zijn sinds die tijd
aan de heilige Nicolaas gewijd.

Ook is er nog een oude legende
die misschien niet iedereen kende,
over een vader, arm en oud,
die veel van zijn drie dochters houdt,
maar die door zijn sobere leven
hun geen bruidsschat mee kon geven.
Als Nicolaas hoort van dit verhaal,
besluit hij ze te helpen, allemaal.
Hij sluipt bij nacht en ontij rond,
tot waar het kleine huisje stond
om daar een zak vol gouden dukaten
op de deurmat achter te laten.
Dan verdwijnt hij, stil en zacht,
in de koude donkere nacht.
Nog eens herhaalt zich dat gebaar,
voor twee dochters staat nu een bruigom klaar.
de oude vader is blij verrast
dat zo diep in de buidel is getast,
waardoor zijn dochters in hun positie
niet meer gedwongen zijn tot prostitutie.
Ook is zijn nieuwsgierigheid gewekt,
want hij heeft nog niet ontdekt,
wie de gulle gever is.
Dus hij gluurt vanuit een nis
en ontdekt diep in de nacht
dat Nicolaas hem heeft bedacht.
Door dit voorval wordt opgemerkt,
dat Sint Nicolaas in stilte werkt.
Onvoorwaardelijk geeft hij en ongezien,
liever blijft hij anoniem.

Nu heb ik hier al veel geschreven
over Nicolaas' historische leven.
In wetenschappelijke taal
heet dit het bio-grafische verhaal.
De wonderen die hij heeft bedreven
worden in een hagio-grafie beschreven
en voor wiens belangstelling is gewekt
volgt nu nog het mytho-logische aspect.

Veel was al herkenbaar van wat ik hier pende,
maar er is ook nog veel wat je vast niet herkende:
dat paard en die pieten, waar komen die vandaan?
en waar zouden die suikeren beesten voor staan?
en die pepernoten en al die andere spullen?...
dat ga ik hier dan tot slot nog onthullen.

Naar een ieder weleens heeft horen verluiden
trokken de Germanen vanuit het zuiden
in grote getale op naar het noorden,
terwijl ze wat plunderden en soms ook wat moordden.
Die Germanen waren, zoals we al wisten,
van huis uit beslist geen monotheïsten.
Het hebben van één god was niet in de mode,
in die dagen vereerde men meerdere goden,
van wie in die vroeg-middeleeuwse jaren
Wodan en Donar de hoofdgoden waren.
Wodan, die ook wel Odin wordt genoemd,
werd om zijn moed ten zeerste geroemd.
En ook Donar, of Thor, was een krijgshaftige held
hij zwaaide zijn hamer, zo wordt er verteld.
Wodan, een god met een wild-woeste baard
reed over de wolken op zijn sneeuwwitte paard
dat Sleipnir heette. In vliegende vaart
strooide hij zaden in de huiselijke haard
als symbool van het steeds weer ontkiemende leven
en als teken dat de aarde weer vrucht zou gaan geven.
Twee zwarte raven voerde hij met zich mee
en zijn trouwe knecht Oel, die het 'schoorsteenwerk' deed.
Je moest hen behagen, niet zitten te klieren,
men zond hen gebeden en offerde dieren.

Al deze beelden vermengden zich door de tijden
met wat de mensen al over Sint Nicolaas zeiden
en zo nu ontstond het hele relaas
van die Zwarte Piet en van onze Sinterklaas.
Zo is het gegaan en zo is het ontstaan,
genoeg voor nu! Voor wie verder wil gaan
en zijn of haar nieuwsgierigheid wil bedaren
is 'Schipper mag ik overvaren'*
een uitstekend boek om je in te verdiepen
in deze en andere archetypen.

Nelleke Schiphorst ©


* Juul van der Stok, Schipper mag ik overvaren?, Uitg. Adventum, 2010


0 Comments
<<Previous

    Archives

    November 2024
    September 2024
    Januari 2024
    Juli 2023
    Mei 2023
    Januari 2023
    Oktober 2021
    Februari 2021
    December 2020
    November 2020
    September 2020
    September 2019
    Juni 2018
    Januari 2017
    September 2016
    Augustus 2016
    Juli 2016
    Juni 2016
    April 2015
    Maart 2015
    April 2014
    September 2013
    Augustus 2013
    April 2013
    Januari 2013
    Juni 2012
    Mei 2012
    Februari 2012
    Januari 2012

    Author

    Nelleke Schiphorst

    RSS-feed

    Categories

    Alles

Photo from Fred Hsu